Altijd als ik een tijdje in het buitenland – vooral de landen ten zuiden van ons – geweest ben, valt het op dat ons land zo verschrikkelijk “netjes” is. Vervallen huizen, schuurtjes, kerken, kastelen bestaan bij ons gewoon niet. Iets gewoon maar laten “wegrotten”? Wij willen dat niet. Of we willen er niet op aangesproken worden. Of het mag gewoon niet.
Hoe anders is dat bijvoorbeeld hier in Frankrijk. Vanmiddag
(dinsdag, 28 maart) loop ik met hond Arie – dank zij hem zie ik de mooiste
dingen! – bij het stadje Lussac-des-Chateaux langs een riviertje waar mensen
een volkstuintje hebben. De meeste percelen – naar onze maatstaven groot – zien
er keurig uit. Daar wordt duidelijk met plezier “geboerd”. Maar hier en daar
ligt een stuk waar mensen niet (meer) naar omkijken.
Bij een er van is er een restant van een schuurtje. Het
staat op punt van in elkaar zakken. De deur staat open, is half verrot,
overwoekerd en hangt scheef. De ruiten zijn natuurlijk al lang verdwenen. En
ook het roestige toegangshek staat gedeeltelijk open. Maar het terrein betreden
is niet mogelijk. De natuur heeft het ondoordringbaar gemaakt. Je ziet hier het
sterven en geboren worden in één prachtig beeld bij elkaar. Dit is het leven. Toch
jammer dat wij deze zichtbaarheid van de kern van het leven uit ons blikveld
gebannen hebben.
No comments:
Post a Comment