Thursday, May 2, 2019

8. Huizen van de Geschiedenis


Haus  der Geschichte
Twee dagen na het hervatten van mijn "herinneringstrip" was ik met mijn blikken blokhut in Bonn. Deze stad stond op mijn lijstje omdat daar het “Haus der Geschichte” staat. Na een rustige nacht op de camperplaats zat ik al vóór 9 uur op de fiets op weg naar mijn geschiedenisfeestje. Maar wat opviel was dat het op een gewone midweekse dag (woensdag) erg stil was. Er waren bijna geen auto’s en mensen op straat. Toen viel ook op dat de kantoren allemaal donker en leeg waren. Hoe kon dat? Een blik op mijn horloge verklaarde alles. Het was 1 mei, de Dag van de Arbeid. Hoe kon ik dat als zoon van een overtuigde communist na al die indoctrinaties nou vergeten? In Nederland doen we daar vrijwel niets aan, maar in Duitsland is het een “feestdag”. In ieder geval een vrije dag.
Even vreesde ik dat ook alle musea gesloten zouden zijn, maar dat was niet het geval. Alleen de openingstijd was één uur later.

Leed van mensen door oorlogen
Maar het wachten maakte alles goed. Het “Haus der Geschichte” is in één woord fantastisch. Door de gepresenteerde voorwerpen, toelichtende teksten, afbeeldingen, films, geluidsfragmenten, en kaarten werd ik ondergedompeld in de geschiedenis van Duitsland van 1945 tot heden. Ik dwaalde door de tijd met de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog, de verschillen en de spanningen tussen West- en Oost-Duitsland, de gebeurtenissen die leidden tot de hereniging en alles wat op dit moment speelt.
Na drie uur was ik bekaf van alle nieuwe informatie, van de herkenning, maar vooral ook van de emoties die los komen als je leest, ziet en hoort wat mensen in die ruim 70 jaar allemaal meegemaakt hebben. En voor een groot deel is het ook mijn eigen geschiedenis, met de daarbij behorende herinneringen en gevoelens.

Oost en West gescheiden
Op de terugweg dacht ik: waarom is er in Nederland niet zoiets? Musea genoeg over allerlei onderwerpen: over kunstvormen en –richtingen, over streken, steden en gebieden. Maar we hebben geen “geschiedenismuseum”. Het is wel geprobeerd, een paar jaar geleden op initiatief o.a. van toenmalig SP-leider Jan Marijnissen. Maar dat is vooral door bezwaren en problemen over bijvoorbeeld de plaats, de kosten en de vorm en inhoud vrij snel op de politieke mestvaalt beland.
Toch verdient het idee voor een plaats waar mensen (oude en nieuwe Nederlanders en buitenlanders) door ons verleden kunnen wandelen, en zo onze geschiedenis (wie zijn wij en hoe zijn we zo geworden?) kunnen leren kennen en beleven, een echte kans.

De komst van "gastarbeiders"
Laat ik er eens een paar gedachten op loslaten. Om te beginnen denk ik dat het niet één gebouw moet zijn. Dat is geprobeerd en niet gelukt. Het is ook totaal onmogelijk om in één gebouw een goed beeld schetsen van een land dat duizenden jaren geleden uit de zee ontstaan is en zich ontwikkeld heeft tot een moderne en gecompliceerde natiestaat als onderdeel van een wereld waarin nog veel meer zaken speelden en spelen. Een flatgebouw van 10 tot 15 verdiepingen zou bij lange na niet groot genoeg zijn. En wie kan dat allemaal in één keer bekijken, bevatten en verwerken? Niemand!
Het “Haus der Geschichte” in Bonn beslaat ruim 70 jaar en dat is al heel veel. Zou het daarom niet een goed idee zijn om op meerdere plaatsen, verspreid in Nederland “Huizen van de Geschiedenis” te laten verrijzen?

Hitler in veelvoud
In elk “Huis van de Geschiedenis” kan men met een ander thema of een tijdperk kennismaken. Een paar voorbeelden. In Drenthe de oude geschiedenis met het ontstaan van het land en de eerste mensen die zich hier gevestigd hebben. In Brabant over de tijd van de middeleeuwen en de betekenis van de godsdienst door de tijden heen. In Zeeland over onze lange strijd tegen het water. In Rotterdam de wederopbouw van het land na de Tweede Wereldoorlog. In de Zaanstreek over de industriële revolutie. In Amsterdam over de Tweede Wereldoorlog en de ontwikkelingen die daartoe geleid hebben. Enzovoorts, enzovoorts.
Het resultaat? Wie kennis wil maken met wie we zijn en geweest zijn, kan overal in het land “Huizen van de Geschiedenis” bezoeken. Boeiend voor iedereen, jong en oud, wel of niet bekend met ons verleden. En indien goed uitgevoerd fantastische toeristische trekpleisters met bijvoorbeeld een “Huizen van de Geschiedenis”-route.

Wederopbouw na vernietiging
Tot slot, waarom dit geen musea moeten worden? Musea zijn, of hebben in ieder geval de naam, statisch te zijn. Daar ligt alles vast. Er ligt een soort “heiligheid” over. Alles wat daar ligt, hangt of staat, is kostbaar, mooi en kwetsbaar. Dus onaanraakbaar.
Daar hoort de geschiedenis van ons land niet in thuis. Geschiedenis leeft. Een geschiedkundige gebeurtenis of een persoon kan, soms zelfs in één tijdperk, zowel bejubeld, bewonderd, geliefd als verguisd, veracht en gehaat worden. Met personen en gebeurtenissen uit de geschiedenis gaan we over het algemeen niet al te zachtzinnig om. Geschiedenis is van nature dynamisch.
Daarom hoort “de geschiedenis” niet in een museum, maar in een huis. Zowel “de geschiedenis” als de mensen moeten zich erin thuis voelen. Het moet ingericht zijn naar onze smaak, en die wisselt. Met en in onze geschiedenis leven we, die is van ons allemaal, daar nemen we geen afstand van.

No comments:

Post a Comment