Na een paar dagen
passagieren in Bazel werden onze kano’s te water gelaten. Nauwelijks hadden we
tijd om iedereen te bedanken en afscheid te nemen, want onmiddellijk sleurde de
stroom ons mee. Hoe veel stroom er stond, merkten we vooral toen we met een
rotvaart onder een brug door gezogen werden. Dit hadden we nog nooit
meegemaakt. Maar we hadden kano-ervaring genoeg om hier snel mee te leren
omgaan. En net toen we de slag te pakken hadden hoe we ons rustig mee peddelend
de goede kant op konden laten duwen, was het afgelopen met de pret. Ineens was
er helemaal geen stroom meer en moesten we weer zelf aan de bak.
Maar de grootste sensatie waren de sluizen die we moesten passeren. Vanuit de grote ZAMBESI waren het in onze ogen “gewoon sluizen”, maar vanuit de kano’s leken het voor ons onneembare vestingen. Tijdens onze kanotochten in Nederland hadden we ook met sluizen te maken gehad. Ook wel vrij grote, maar deze sloegen alles. We konden ook nergens aan de kant om ons te melden en vragen om een schutting. Dus peddelden we bij de eerste sluis maar een tijdje voor de sluisdeuren langs in afwachting van wat komen ging. Nadat de naar Bazel varende schepen de sluis verlaten hadden en er een paar stroomafwaarts varende schepen er in gevaren waren, hoorden we, krakend uit luidsprekers: “Die Kanus können herein fahren”.
Maar dat leek ons juist
een bijzonder gevaarlijke plaats. Vlak vóór ons lag namelijk een groot
vrachtschip, ongeladen. Langzaam zagen we de schroef van het schip een eind
boven het water uit en ver boven ons hoofd, rond draaien. Wij realiseerden ons
dat één klap van die schroef tot gevolg zou hebben dat wij als vliegen tegen de
sluisdeuren geplakt zouden zitten.
Toen er na een
tijdje iemand naar ons kwam kijken, wisten we niet hoe snel we in ons beste
Duits en ook zo vriendelijk mogelijk moesten vragen:
“Schipper, wilt u
alstublieft een beetje voorzichtig de sluis uit varen?”
Die vraag
herhaalden we bij elke sluis (ongeveer 10) en altijd ging het op dezelfde
manier: eerst mopperden ze over die verdomde kano’s in de sluis, om dan bij het
uitvaren heel langzaam de schroef te laten draaien en minstens 10 keer om te kijken
of alles wel goed ging met ons. Toch was het elke keer weer spannend.
No comments:
Post a Comment