Tuesday, December 2, 2014

Wat een engerd, hè?

De tekst over een "Varkenslederen jasje" die je hier naast ziet staan, komt uit de ROTTERDAM Scheurkalender 2014. Al eerder in een blog heb ik de loftrompet gestoken over deze scheurkalender en de zg. JFK-tjes van Jack Kerklaan die op de achterkant van elke pagina staan. Meestal zijn het woordgrapjes en -spelingen, maar deze keer is het een mopje waar ik vreselijk om moest lachen. En toen ik het Marja liet lezen, gebeurde dat ook bij haar. Maar ze zei er achter aan: "Dat is nou echte Rotterdamse humor." En verdomd, dat is het ook.  

Als "geboooren en getooogen" Rotterdammer leef ik nu al meer dan 35 jaar  in de "diaspora", maar dit mopje bracht me weer heel even terug in de wereld waar ik vandaan kom. Hoe mooi ik Friesland ook vind en hoe graag ik er ook woon, dat soort grappen hoor je hier niet. En misschien is de grap niet eens zo goed, maar is het de herinnering aan mijn jeugd waar ik als ouder wordende man kennelijk steeds gevoeliger voor word.

Toen ik dit mopje las, moest ik ook meteen denken aan een voorval dat al weer aardig wat jaren geleden plaatsvond en dat hetzelfde effect op mij had. Onze oudste dochter was als jongvolwassene naar Rotterdam verhuisd. Het bloed kruipt kennelijk waar het niet gaan kan. Maar na korte tijd lag ze na een zwaar verkeersongeluk al in het ziekenhuis. In Friesland was zij opgegroeid in een omgeving zonder tramrails en in Rotterdam kwam ze daar op een zeer hardhandige manier mee in aanraking. Zodra Marja en ik van dit ongeluk hoorden, spoedden wij ons vanuit Friesland natuurlijk naar Rotterdam. Na afloop van het
ziekenbezoek stonden wij beiden stil in de lift, vol zorgen over de genezing van de vele kwetsuren van onze dochter. Onderweg naar beneden kwamen er eerst twee oude dametjes bij en later nog een meneer. Vooral de meneer baarde enig opzien. Hij was het type  bodybuilder, breed in de schouders en armen dikker dan mijn bovenbenen. Maar er was wat je zou kunnen noemen wat "achterstallig onderhoud". Hier en daar was sprake van nogal wat vetvorming, vooral rond zijn middel. Maar al met al was het zeker nog een indrukwekkende verschijning, bij wie je bijna automatische de neiging hebt om een zekere terughoudendheid te betrachten. En zijn wat sjofele kleding en strenge kale kop droegen daar het nodige aan bij.

Zonder een woord te zeggen, maar in een wat onwennig samenzijn, wachtten wij vieren op het moment dat we op de begane vloer weer vrijgelaten zou worden. Ik zeker voelde dan ook een zekere opluchting toen de liftdeuren open gingen. Maar onmiddellijk sloeg die opluchting om in schrik en angst toen ik één van de twee oude vrouwtjes, die als laatsten de lift verlieten, tegen de ander hoorde zeggen: "Wat een engerd, hè?"
Voor mijn gevoel kromp ik in elkaar: wat voor verschrikkelijks zou er nu weer gaan gebeuren? Hoe kon ik in godsnaam die oudjes beschermen tegen deze berg spieren? In een reflex keek ik om naar de kale bodybuilder die achter ons liep, verwachtend dat deze zich met al zijn kracht op de twee besjes zou storten. Maar onverstoorbaar en zonder de vrouwtjes een blik waardig te gunnen liep hij door. Na twee stappen zei hij alleen maar: 
"Dan moet je vanavond maar eens in de spiegel kijken, dan zie je pas een engerd". 
We wisten het meteen. We zijn weer in Rotterdam. De enige stad waar je dit kunt meemaken.

No comments:

Post a Comment