Al jaren volg ik met stijgende verbazing wat er in de Verenigde Staten gebeurt. Wij zijn bezorgd over ons begrotingstekort dat één of anderhalf procent te hoog dreigt uit te vallen. "Te hoog" is in dit geval het gevolg van een overigens nuttige afspraak in Europees verband. Dat het niet verstandig is structureel meer geld uit te geven dan je verdient, blijkt wel uit de problemen waar de Zuid-Europese landen (en wij dus ook) nu mee kampen.
Maar Amerika trekt zich al jaren en jaren geen bal aan van de mijns inziens ijzeren wet dat je niet ongestraft eindeloos door kan gaan met het op elkaar stapelen van leningen en schulden. Nu weet ik wel dat de financiële handel en wandel van een land (en zeker een groot en machtig land) er anders uitziet dan uw en mijn huishoudboekje. Maar toch. Het houdt toch een keer op, lijkt me.
In een artikel in de Leeuwarder Courant van 3 oktober jl. krijgt mijn donker bruine vermoeden een stevige bevestiging. Bill Gross (vooraanstaande vermogensbelegger in Amerika) maakt zich grote zorgen over
de enorme en nog steeds stijgende staatsschuld van de VS. Die bedraagt
op dit moment 16,1 biljoen dollars. Dat is ongeveer $ 46.000,-- per
inwoner! Als deze ontwikkeling niet stopt, dan kan het niet anders of dit moet een race naar de afgrond zijn.
En
als je kijkt door wie er geld wordt verdiend en hoe de verdeling van dat geld de afgelopen jaren plaatsgevonden heeft, dan is er ook geen sprake van
veel zicht op voortschrijdend inzicht. 1% van de inwoners met
de hoogste inkomens verdienen in één week 40% meer dan de onderste 5% in een heel
jaar. En die allerrijksten betalen ook nog eens de minste belasting. Het
argument daar voor is dat zij hun geld dan kunnen gebruiken om de
minder rijken (zeg maar de armen) geld te laten verdienen. Dat dat niet
gebeurt, wordt aangetoond door het feit dat tijdens de laatste pak weg
20 jaar, in tijden van zowel hoogconjunctuur (tot 2007) als van crisis,
de kleine groep rijken steeds rijker is geworden en de middenklasse en
de armen steeds armer.
Joseph Stiglitz, een Amerikaanse econoom en Nobelprijswinnaar voor Economie in 2001, beweert in datzelfde artikel ook dat de Amerikaanse droom in feite een mythe geworden is. Voor alle duidelijkheid, de Amerikaanse droom is het geloof dat in Amerika iedereen die een goed idee heeft, daar hard genoeg voor wil werken, rijk kan worden. Het bekende verhaal "van krantenjongen tot miljonair".
Onderzoek wijst echter uit dat de kans om in de VS op de sociale ladder te stijgen veel meer afhankelijk is van de positie en het inkomen van de ouders dan dat voor inwoners van andere ontwikkelde landen het geval is.
Als je naar de cijfers en de feiten kijkt, is Amerika al lang niet meer het land van de onbeperkte mogelijkheden en dreigt de "American dream" in een nachtmerrie te veranderen. We zien een land waarin veel mensen in armoede leven en slechte vooruitzichten hebben. Waar positie van de middenstand, de ruggengraat van elke samenleving, steeds zwakker wordt. Waar een kleine groep zeer rijken, los gezongen van de werkelijkheid, zich te buiten gaat aan gewetenloos graaigedrag. En waar een weinig slagvaardige overheid door de grote staatsschuld en de lage belastingen ook weinig middelen tot zijn beschikking heeft om orde op zaken te stellen.
Kijk de geschiedenisboeken er maar op na, als deze ingrediënten aanwezig zijn, dan kun je zien wat daar de gevolgen van zijn.
No comments:
Post a Comment