Friday, January 8, 2021

LEVENSLANG - Deel 4. Afronding

Onno
Ik had niet gehoord dat Margriet de kamer binnen was gekomen. Ik merkte het doordat het zingen ophield. Ik zag dat ze
de geluidsbox samen met de foto van de stoel pakte. Daarna keek ze naar me. Ze moest hard gelopen hebben, want ze hijgde. . . .

Voor het eerst had ik het gevoel dat ik echt contact met haar zou kunnen krijgen. Zonder er bij na te denken vroeg ik: Margriet, alsjeblieft, geef me wat water. Ik heb een verschrikkelijke dorst.”
Het leek erop dat ze wat wilde zeggen, maar met een snelle beweging draaide ze zich om en liep de kamer uit. De deur liet ze open staan.

Margriet
Toen ik hem daar zag liggen met zijn gezicht nat van de tranen en hij om een glaasje water vroeg, wist ik zeker dat ik verloren had. Ik was hier de schuldige. Ik was degene die gestraft moest worden. Het was afschuwelijk. Dit moest eindigen.

Maar wat zou er gebeuren als ik hem losmaakte? Zou hij gewoon opstaan en weggaan? Of zou hij verschrikkelijk kwaad zijn en me aanvallen? Het werd allemaal steeds erger. Ik wist het niet meer. Maar in de woonkamer nam ik toch een besluit: ik moest hem vrijlaten, wat er ook van zou komen. Ik wilde er vanaf zijn. Ik liep terug naar de kamer om hem los te gaan maken, toen het geluid van de deurbel klonk.
Ik schrok, wie kon dat zijn? Er belde bijna nooit iemand. Niets doen, dacht ik, dan gaan ze vanzelf weg. Maar er werd nog een keer gebeld. Langer nu. “Wachten Margriet”, dacht ik bij mezelf. Maar toen hoorde ik iemand een sleutel in het slot steken. Nu schrok ik nog meer, want dat kon maar één iemand zijn, Johan. Hij was de enige die een sleutel had.

Johan
De vraag wie de persoon was die ik vrijdagmiddag in de straat van Margriet gezien had, had me niet losgelaten. Maar ik kon er niet opkomen. Ook haar verhaal over een etentje bleef door mijn hoofd spoken. Daarom besloot ik om die zaterdagmiddag weer even bij haar langs te gaan. Dat ze niet open deed toen ik belde, vond ik ook vreemd, want haar fiets stond gewoon naast de deur. Na een korte aarzeling besloot ik om de sleutel te gebruiken en naar binnen te gaan.
In de gang riep ik: “Hallo Margriet, ben je thuis?” Maar er kwam geen reactie en ik hoorde ook niets. Dus liep ik door naar de kamer. Daar zag ik haar staan, helemaal verstijfd. Met huilogen keek ze me aan. Ik liep naar haar toe, pakte haar beet en zei: “Margriet, wat is er met je? Wat is er aan de hand?”

Margriet
Toen Johan zijn armen om me heen sloeg, was ik zowel blij als bezorgd. Aan de ene kant was ik blij dat mijn grote broer er nu was en dat ik er niet meer helemaal alleen voor stond. Aan de andere kant, hij wist van niets. En dat wilde ik het liefst zo houden.
Toen hoorde ik in de andere kamer Onno kreunen.
“Wat is dat? Is daar iemand?', vroeg Johan. Ik bleef zwijgen, niet in staat om te antwoorden. Wat moest ik zeggen? “Ja, daar ligt iemand die ik dood wilde maken?” Maar hij wachtte mijn antwoord niet af, liet me los en liep langs me naar de kamer waar Onno lag.

Johan
Toen ik het kreunende geluid uit de andere kamer hoorde, wist ik zeker dat er iets goed mis was. Met Margriet was op dat moment niet te praten, dat was duidelijk. Maar toen ik naar de kamer toeliep om te gaan kijken, schoot ze me voorbij, duwde de deur dicht en ging er met gespreide armen voor staan.

Margriet
Ik rende naar de deur, omdat ik in geen geval wilde dat Johan Onno daar zo zou zien. Maar toen we daar tegenover elkaar stonden, besefte ik dat ook dit een onmogelijke situatie was. Daarom stapte ik naar hem toe, pakte zijn hand en liep met hem naar de keukentafel. Daar vertelde ik hem het hele verhaal. Van de rechtszaak, het vonnis, mijn haat, mijn wens tot wraak, mijn plan om Onno te ontmoeten en naar mijn huis te lokken, te verdoven, vast te binden en hem uiteindelijk te vermoorden. En dat dat niet gelukt was, omdat ik dat niet kon en het ook niet meer wilde. Ik besloot met te zeggen dat ik net van plan was om Onno los te maken toen hij belde.

Johan
Toen Margriet me dit allemaal vertelde, kon ik me wel voor mijn kop slaan. Hoe was het mogelijk dat ik Onno de vorige dag op straat niet direct had herkend en had kunnen raden wat er stond te gebeuren? Maar er was nu geen tijd om hierover na te denken. Ook niet over wat Margriet in haar verdriet en wanhoop gedaan had. Het probleem was nu Onno. Die moest hier weg, en snel ook. Maar hoe kon dat veilig? Ik begreep dat Margriet nu groot gevaar liep. Onno zou onmiddellijk naar de politie gaan en aangifte doen van vrijheidsberoving en poging tot doodslag of misschien wel moord. Jarenlang zou Margriet dan de gevangenis in gaan. Dat mocht niet gebeuren.
Koortsachtig dacht ik na over een oplossing. Toen ik op het aanrecht het mes zag liggen waar ze over gesproken had, kreeg ik een idee.
“Margriet, heb je een kussensloop en een schaar voor me?”, vroeg ik.
“Ja”, zei ze me vragend aankijkend. “Waar heb je die voor nodig?”.
“Dat vertel ik je later wel. Wil je die even pakken?”

Margriet
Toen ik terug kwam met wat Johan me gevraagd had en het hem gaf, zag ik dat het mes op tafel lag.
“Wat ga je doen? Je gaat hem toch niet . . . ?“ Ik was doodsbang dat hij om mij te helpen iets afschuwelijks wilde gaan doen.
Ik riep naar hem dat niemand dat mocht doen. Ik probeerde het mes van de tafel te pakken. Maar hij pakte mijn hand en duwde me zachtjes naar de deur van de gang. Onder aan de trap zei hij:

Ga jij naar boven en wacht het daar rustig af. Het komt allemaal goed. Vertrouw me. Ik doe geen gekke dingen. Ik roep je als het klaar is.”
Ik had geen weerstand meer. Ik gaf het over. Als in trance liep ik de trap op naar mijn slaapkamer en ging op de rand van mijn bed zitten.

Onno
Ik had gehoord dat er iemand gebeld had en binnengekomen was. Ook hoorde ik een man kort iets zeggen. Maar daarna was de deur dichtgegaan en hoorde ik niets meer. Wat betekende het dat er iemand gekomen was? Had ze hulp gevraagd om mij dood te maken, omdat ze het zelf niet kon? Zou die man straks binnenkomen om me te wurgen of dood te steken? Misschien kwam die man Margriet ophalen en werd ik hier alleen achter gelaten. Ik nam aan dat op dit moment over mijn lot besloten werd. Er was inmiddels zo veel gebeurd dat het me eigenlijk niets meer kon schelen.
Maar toen ging de deur open. Een man die er uit zag alsof hij lid was van de Ku-Klux-Clan was, kwam binnen. Hij had een wit kussensloop met twee gaten bij zijn ogen over zijn hoofd. En in zijn hand had hij hetzelfde grote mes dat Margriet bij zich had gehad.

Margriet
Boven wist ik me geen raad. Afwisselend stond ik op, liep heen en weer, keek in de gang of ik iets hoorde of zag en ging weer op de rand van het bed zitten. Een tijd lang, voor mijn gevoel een eeuwigheid, gebeurde er niets. Ik was op van de zenuwen. Maar toen hoorde ik de deur van de kamer open gaan. Ik zag vanaf de overloop dat Onno steun zoekend tegen de muur de gang in kwam lopen. Hij opende de voordeur, ging naar buiten en deed de deur weer achter zich dicht.
Ik was sprakeloos. Wat was daar in die kamer gebeurd? Wat had Johan gedaan? Leefde hij nog wel? Met grote sprongen ging ik de trap af en rende naar de kamer waar Onno gelegen had. Johan zat op de stoel, met zijn hoofd in zijn handen en staarde naar de plaats waar Onno gelegen had. Het mes en de kussensloop lagen naast hem op de grond. De touwen waar Onno mee vastgebonden was geweest, waren doorgesneden.
“Wat is er gebeurd? Wat heb je gedaan?”, schreeuwde ik.
Zwijgend stond Johan op en liep naar de keukentafel. Ik liep achter hem aan, ging tegenover hem zitten en wachtte tot hij begon te vertellen:

Johan
“Met het kussensloop over mijn hoofd en het mes in mijn hand ben ik de kamer van Onno in gegaan. Het was natuurlijk niet mijn bedoeling om hem te vermoorden. Ik wilde hem bedreigen en zo bang maken, dat ik hem kon laten doen wat ik wilde. Of liever, wat ik niet wilde. Maar het ging allemaal heel anders dan ik gedacht had.
“Kom jij het nu afmaken?”, vroeg hij me. Hij leek heel rustig. Ik knikte.
“Wil je het dan snel doen, zonder martelen?”, zei hij. “Ik wil er van af. Mijn leven is toch al kapot. Al een jaar lang zie ik zowel overdag als 's nachts Floortje voor mijn auto verschijnen. En daar komt dan nu het verdriet van Margriet ook nog bij. Ik wil niet meer.”

Daar stond ik. Ik had hem zo bang willen maken dat hij me om genade zou smeken. Dan zou ik hem losmaken en tegen hem gezegd hebben: “Ik laat je gaan, maar als je het waagt om naar de politie te gaan om aangifte tegen Margriet te doen, zal ik je altijd weten te vinden.”
Maar dat was nu zinloos. Daarom trok ik de kussensloop van mijn hoofd, liep naar de vier touwen, sneed ze los en ging op de stoel zitten. Het kostte Onno veel moeite om overeind te komen.

Tegenover elkaar zittend hebben we met elkaar gesproken. Hij vertelde over zijn gevoel van schuld dat nooit overging, zijn echtscheiding en andere problemen waar hij mee worstelde.
Toen ik hem vroeg of hij van plan was om naar de politie te gaan om tegen jou aangifte te gaan doen, zei hij:

Nee, natuurlijk niet. Margriet heeft al levenslang.” En even later, heel zacht, bijna niet verstaanbaar: “En die straf heb ik haar gegeven.”
Ik heb hem toen overeind geholpen. Hij stond te zwaaien op zijn benen. Wankelend liep hij naar de deur. Daar draaide hij zich om en zei:
“Het enige wat ik graag zou willen is om één keer rustig met Margriet te kunnen praten”. Toen draaide hij zich om en liep de kamer uit.

Margriet
Onno en ik hebben inderdaad één keer met elkaar gesproken. In het park waar Floortje en ik waren op de dag dat zij naar de weg liep waar de auto van Onno haar raakte, . . . achter de bal aan die ik gegooid had.


Jaap Kiers (december 2020)

 

Naschrift
Bijna 10 jaar geleden ben ik met dit blog begonnen met het idee om er alles op te zetten wat me boeit, verrast, nieuwsgierig maakt en wat mijn afschuw opwekt. Aan dat voornemen heb ik mij gehouden. Maar nu is er iets bijgekomen. Met dit verhaal reageer ik niet op wat er om mij heen gebeurt, maar creëer ik een podium voor iets wat ik zelf gemaakt heb. In dit geval een zelf geschreven verhaal.

LEVENSLANG heb ik eerst
geschreven in de vorm van een scenario om er een korte speelfilm van te maken. Maar bij nader inzien achtte ik mezelf niet in staat om dat tot een zodanig eind te brengen dat ik daar tevreden mee zou kunnen zijn. Een goede film maken is namelijk heel erg moeilijk. Daarna heb ik overwogen om er een wat ik noem "audiobeeldverhaal" van te maken. Te vergelijken met DE TAS op Man Boot Hond. Acteurs spreken de stemmen in, aangevuld met bijpassende beelden (foto's en stukjes film). Ook dat idee heb ik laten varen. Uiteindelijk heb ik besloten het als "te lezen verhaal" op Kierskeurig te zetten.

Ik hoop dat jullie dit verhaal met plezier gelezen hebben

Met vriendelijke groeten, Jaap Kiers


1 comment:

  1. Goed verhaal. Hopelijk is er iemand die er wat mee doet!!!!
    Waarom geen filmpjes meer van Hollandia’s Glorie (zag je begin juni nog tussen Terschelling en Vlieland varen, Ik in een Cornish Shrimper) ? Als ik geen tijd heb om te zeilen of t geen weer is erg leuk om te zien. (Roger Barnes met zijn Ilur is net zoiet.)

    ReplyDelete