Friday, March 8, 2019

2. Varend en rijdend op weg


Dag 1: Rotterdam – Tolkamer
Op dit moment sta ik op een jachthaven, gelegen aan een inham van de Rijn in het plaatsje Tolkamer, vlak bij Lobith. Hier stroomt de Rijn volgens de schoolboekjes Nederland in. Morgen gaan we dat onderzoeken.
Een vrij groot deel van de tocht van vandaag ging over de snelweg.
Nederland is een druk land en het volgen van de Waal op de dijk is maar op een paar trajecten mogelijk. Tot Gorinchem is het totaal onmogelijk. Daar is alles aan de Nieuwe Maas, de Dordtse Kil en de Waal helemaal volgebouwd.
De stukken na Gorinchem dat ik wel op de Waaldijk kon rijden was die weg ook zeer smal (de dijk is niet breder). Op meerdere stukken werd autoverkeer dan ook geweerd. Ook de laatste 50 kilometer, vanaf ongeveer Tiel kon,  ook alleen via de snelweg.

Bij het rijden over de Brienenoordbrug moest ik denken aan de keren dat Lex en ik hier met onze kano’s onder door gevaren waren. Kan ik me haast niet meer voorstellen dat we dat toen zonder blikken of blozen in van die kleine, wankele bootjes deden. Het verkeer op het water was toen zeker niet minder dan nu. In tegendeel zelfs. Er voeren meer schepen, alleen waren die kleiner en voeren ze veel minder snel. Maar toen had je ook veel sleepboten die langs voeren, die zie je nu niet meer. Die sleepboten zorgden voor enorme golven. Zo hoog en steil dat de voorpunt van de kano (ongeveer 2 meter) in zijn geheel in verdween. Vonden we nog leuk ook.

Eén keer zijn we samen naar de Biesbosch gevaren. En na een week ook weer terug. In één dag meer dan 40 kilometer op stromend water dat lang niet altijd voor ons de goede kant op ging. In een tentje sliepen we op een eilandje midden in een gebied dat veel leek op het Amazone oerwoud. Allemaal kreekjes, waar je met de kaart op schoot moest varen om niet te verdwalen. Het Haringvliet was toen nog niet afgesloten. Het verval in de Biesbosch was meer dan 2 meter. Nu ongeveer 20 cm.
Het was ook een beetje een mysterieus gebied. Alles groeide er veel uitbundiger en groter dan elders in Nederland. Maar ook de ratten waren buiten proportie. De plaats die wij uitgekozen hadden bleek hun speelkwartier te zijn. Als het donker was, renden er wel tientallen van die joekels voor onze tent heen en weer. Eerst schrokken we daar wel van, maar alles went. Ook grote ratten voor je neus.
Wel een groot verschil met nu. Ook bij water, maar hoog en droog in mijn rijdende witte blokkendoos. Niet met Lex, maar samen met Arie. Wat jammer voor hem dat die ratten er nu niet zijn . . .

No comments:

Post a Comment