Het gedicht De Schalmei vertelt over een moeder die zeven zonen heeft. Zes van hen werken en maken zich nuttig in de maatschappij. Maar één doet niets. Hij wil niet werken en nuttig zijn. Hij wil spelen en rustig zitten. Het verhaaltje is duidelijk, maar ik vind het ook een beetje een mysterieus gedicht. Wat wil Slauerhoff ons vertellen? Mensen, werk niet zo hard, want daarin vind je het geluk toch niet? Of past die ene zoon niet in het ritme en de gang van zaken van alledag en moeten we mild zijn voor hen die anders zijn? Of gaat het over hemzelf? De kunstenaar, die van nature een buitenbeetje is en zijn plaats onder de zon opeist?
Hoe het ook zij, het is een heel lief gedicht dat je al lezend het gevoel geeft even Wanjka met zijn schalmei te zijn. Misschien wil Slauerhoff ons juist dat vertellen: wees allemaal op zijn tijd eens gewoon Wanjka, daar word je niet slechter van.
De Schalmei
Zeven zonen had moeder:
Allen heetten Peter,
Behalve Wanjka, die Iwan heette.
Allen konden werken:
Eén was geitenhoeder,
Eén vlocht sandalen,
Eén zelfs bouwde kerken;
Maar Iwan die Wanjka heette
Wilde niet werken.
Op een steen in de zon gezeten
Bespeelde hij zijn schalmei.
"O, mijn lieve,
Mijn lustige,
Laat mij spelen,
In de schaduw van mijn
Korte rustige vallei
Laat andren werken,
Sandalen maken of kerken.
Wanjka heeft genoeg aan zijn schalmei".
J. J. Slauerhoff (1898 - 1936)
Uit de bundel: Serenade (1930)
No comments:
Post a Comment