Als ik op televisie naar de debatten in de Tweede Kamer kijk en luister, dan heb ik heel vaak het idee dat het allemaal ingestudeerde, luchtige eenaktertjes zijn die opgevoerd worden door professionele acteurs en actrices. "Much Ado About Nothing" dus eigenlijk.
Af en toe heb ik de indruk dat het wel over echte problemen gaat. Maar daar zien we nooit iets van op het scherm, want dan wordt het te serieus. Volgens de almachtige televisiebazen is dat niet geschikt voor ons. Wij zijn immers allemaal debiele zappdwazen die daar toch niet naar kijken. Alleen maar slecht voor de kijkcijfers ...
Afgelopen woensdag had de Tweede Kamer een soort overleg met deskundigen over de verwachte ontwikkelingen rond voedsel en voedselprijzen.
Een goed idee, want de veranderingen m.b.t. voedsel en grondstoffen kondigen zich nu reeds aan. Je hoeft geen deskundige te zijn om te zien dat er twee zaken zijn die in de nabije toekomst een steeds grotere rol zullen gaan spelen. Ten eerste zijn dat de schaars wordende grondstoffen zoals fosfaat, maar ook olie, kolen, gas en zelfs water. En ten tweede is er de toenemende welvaart in de opkomende economieën als China, India, de Latijns-Amerikaanse staten en ook de rijkere Arabische landen. De regeringen van die landen zullen uit zelfbehoud toe moeten geven aan de sterker wordende vraag van hun inwoners om mee te kunnen delen in de toegenomen rijkdom. Ze willen ook een auto en betaalbaar en luxer voedsel. Geef ze eens ongelijk.
Eén van de deskundigen was Rob de Wijk van het Haagse Centrum voor Strategische Studies. In een klinisch verhaal deelde hij mee dat die ontwikkeling tot gevolg zal hebben dat we meer en meer afscheid zullen moeten gaan nemen van vrijhandel. Dat is voor ons een moeilijk punt, want wij koesteren het principe van de vrijhandel uit wel begrepen eigenbelang al eeuwen lang. Immers, legde Van Wijk uit, de sterker wordende opkomende landen zullen steeds beter in staat zijn met protectionistische maatregelen hun eigen economie en ontwikkeling te beschermen. En wij zijn steeds minder in staat hun onze wil op te leggen.
Hij adviseerde de heren en dames politici om maar met die ontwikkeling mee te gaan, omdat wij als land met die nieuwe economische spelregels best uit de voeten kunnen. Als wij het beginsel van de reciprociteit, oftewel "voor wat hoort wat" hanteren, dan is dat voor Nederland zo slecht nog niet. Wij leveren China voedsel en landbouwwerktuigen en zij ons fosfaat en aardmetalen. Met Brazilië ruilen we landbouwkennis tegen soja en cacao.
Tot zover is het inderdaad een te verbaal en te intellectualistisch verhaal en dus niet interessant voor al die cowboys die op de bank klaar zitten om elk programma waar je niet binnen 30 seconden om kunt lachen of huilen met hun afstandsbediening af te schieten.
En toch kwam er nog een prachtig stukje theater dat ik graag had willen zien. Kamerlid met sterallures Marianne Thieme van de Dierenpartij wilde ook een duit in het zakje doen en vroeg of het geen goed idee was om een andere levensstijl te propageren als oplossing voor de te verwachten tekorten. En ineens kwam die droge Van Wijk met een tekst, bijna Shakespeare waardig:
"Eén miljard mensen in het Westen zijn hier wel ontvankelijk voor, maar bij drie miljard mensen in de opkomende economieën moet je niet aankomen met dit soort kletspraatjes. Die zeggen: laat ons nu ook eens een beetje genieten van een lapje vlees".
No comments:
Post a Comment