"Ja Jaap, zelfs mensen met een ingenieursdiploma op zak stonden als conducteur op de tram".
En als je daarbij bedenkt dat er toen nog geen sprake was van wat wij nu een verzorgingsstaat noemen, dan kun je je voorstellen dat de invloed van de toenmalige crisis heel groot was op het denken van de jonge man die mijn vader toen was.
Of hij zelf als timmerman ook van de "steun moest trekken" weet ik niet, maar hij zag wel de lange rijen voor de stempelkantoren staan, waar werkelozen moesten "stempelen" om een werkeloosheidsuitkering te kunnen ontvangen. Wie wel of niet "van de steun trok" was sowieso goed zichtbaar in het straatbeeld. Voor fietsen moest rijwielbelasting betaald worden. Als bewijs kreeg je dan een fietsplaatje op je fiets. De werkelozen hoefden daar niet voor te betalen. Anders konden niet gaan solliciteren. Maar dan kregen ze wel een fietsplaatje met een gat er in. Opdat iedereen goed kon zien dat ze "op kosten van de gemeenschap" leefden. Bovendien mochten mensen met een "gratis" fietsplaatje niet op zondag fietsen. Waarom zouden ze? Je kon op zondag immers niet solliciteren! Je zou de nette, hard werkende mensen alleen maar in de weg rijden.
Tegelijkertijd zag mijn vader dat de rijken geen strobreed in de weg gelegd werd om hun rijkdom te vergroten. Minister-president Colijn - door hem steevast aangeduid als "die christenhond" - die met zijn a-sociale beleid om de gulden "hard" te houden elke uitweg uit de crisis blokkeerde, was in de ogen van mijn vader de grootste vijand van de werkende klasse van Nederland.
In een wereld van ongelijkheid en repressie, was het niet zo vreemd dat zijn sympathie uit ging naar de ideeën van de communistische partij. Iedereen is gelijk. Alleen arbeid en niet materie heeft waarde.
"Weet je waar goud goed voor is, Jaap?", vroeg hij me meerdere malen. Het antwoord hoefde ik niet te geven:
"Alleen voor pisbakken, want het bijt niet uit".
Als kind geloofde ik alles wat mijn vader uit de krant De Waarheid hardop voorlas. Later, toen ik op de Kweekschool ook andere informatie kreeg, uitte ik wel eens kritiek. Maar dat werd niet op prijs gesteld. In zijn kringen was je namelijk snel een "verrajer". Discussies tussen mijn vader en mij hebben dan ook vrijwel nooit plaatsgevonden. Ik hield mijn vader op een gegeven moment voor een simpele man met een zeer eenzijdige blik op de wereld.
Gelukkig heeft hij het niet meer meegemaakt toen na 1990 bleek welke wantoestanden er heersten in de landen die door hem steevast als "arbeidersparadijzen" aangeduid werden.
Nu is er weer een crisis. Weer is er minder te verdelen. En weer krijgen de rijken alle kans om een onevenredig groot stuk van de krimpende koek te pakken. We lezen het dagelijks in de krant. Steeds vaker bekruipt mij het gevoel dat mijn vader niet zo'n simpele man was met een eenzijdige kijk. Hij koos in mijn ogen voor de "verkeerde" club. Maar wie neemt hem dat kwalijk in zijn positie en met de kennis van toen? Zijn achterdocht ten aanzien van de rijken en de "boven ons gestelden" wordt meer en meer ook de mijne. Daarom heb ik voor mijn vader het lied Joe Hill vertaald. Kan hij het hierboven in de "arbeidershemel", waar hij sinds 1972 verblijft, horen. Want Engels verstaat hij niet.
Daarom Pa, speciaal voor jou Joe Hill, de legendarische vakbondsman in Amerika, die dood moest omdat hij te veel de luis in de pels van die gore kapitalisten was. Wie het origineel in het Engels wil horen, en dan echt mooi gezongen en gespeeld, luistere naar Joan Baez.
No comments:
Post a Comment